Doel van het spel
In het spel ga je alleen of samen met anderen een puzzel oplossen. Elk potje is een avontuur dat bestaat uit verschillende queesten.
Setup
Als je het spel voor de eerste keer speelt, volg je best het introductiespel. Hierin maak je gebruik van 3 trainingskaarten die je stap voor stap laten kennismaken met de verschillende soorten velden en de karaktereigenschappen van de helden.
Als je het spel later speelt kies je een avontuur (puzzel), en de daarbij horende tegels.
Spelverloop
Eens je bekend bent met de soorten velden en karaktereigenschappen, kun je aan je eerste avontuur beginnen. Als je solo speelt, heb je de oriëntatie- en hulptegels niet nodig. Anders verdeel je de oriëntatietegels willekeurig onder de spelers. Dit doe je als volgt:
- 2-speler spel: elke speler krijgt 2 tegels.
- 3-speler spel:elke speler krijgt 1 tegel; de resterende tegel wordt naast het speelgebied geplaatst en is voor iedereen beschikbaar.
- 4-speler spel: elke speler krijgt 1 tegel.
Het Noorden van de oriëntatietegels moeten allemaal dezelfde kant op wijzen. In totaal zijn er 15 avonturen, die elk uit 4 of 8 queestekaarten bestaan. Om het avontuur te starten, verzamel je alle queestekaarten van het gekozen avontuur. Onderaan elke queestekaart staan het avontuurnummer en de moeilijkheidsgraad vermeld. Deze kaarten worden met de blauwe zijde naar boven gelegd en vormen het speelbord.
De helden worden op de kaarten geplaatst op de bijbehorende symbolen. Nu zijn we klaar om het spel te starten.
De helden hebben allemaal een verschillende vaardigheid die we moeten gebruiken om de puzzel op te lossen:
- Dwerg (oranje): Door zijn kleine gestalte kan de dwerg door smalle openingen. Deze worden weergegeven door een oranje muur.
- Elf (groen): De elf is lenig en de enige held die over een andere pion kan springen. Dit doet hij telkens naar een leeg veld en in een rechte lijn. Je kunt de elf alleen laten springen in de richting van een beschikbare oriëntatietegel. Dit geldt echter niet bij luchtstromen.
- Barbaar (geel): De barbaar is sterk en kan een andere held over een enkel valstrikveld gooien, en dit in een rechte lijn. De barbaar kan zelf niet over het obstakel heen. Je kunt de heldpion alleen gooien in de richting van een beschikbare oriëntatietegel. Dit geldt ook niet bij luchtstromen.
- Tovenaar (paars): De tovenaar kan een aanroepingsveld gebruiken om van plaats te wisselen met een andere held.
- Kleine zus (blauw): De kleine zus beweegt enkel via haar teleportatie-eigenschap. Ze teleporteert orthogonaal en moet haar teleportatie eindigen op een leeg veld dat grenst aan minstens één andere heldpion. Ook een deur (open of gesloten) of een enkele muur worden als aangrenzend beschouwd. Obstakels en luchtstromen hinderen de kleine zus niet bij het teleporteren.
De kleine zus kan gegooid worden door de barbaar of gewisseld worden met de tovenaar. In beide gevallen mag het doelveld van de kleine zus niet aangrenzend zijn aan dat van een andere pion.
Het spel bestaat uit het voltooien van het volledige avontuur, en dit zonder te communiceren. Een avontuur bestaat uit twee fasen:
Tijdens de beginfase moeten de spelers gezamenlijk eerst elke blauwe zijde van de queestekaarten voltooien. In welke volgorde je dit doet, maakt niet uit.
Eens de beginfase voltooid is, gaan we over naar de epische fase. Nu draaien we de blauwe zijde van de kaarten om.
Bij een avontuur met vier kaarten zie je nu bij elke tegel een paarse zijde. Leg de kaarten zo neer dat het logo correct zichtbaar is in het midden. De banner geeft aan welke heldenpionnen gebruikt moeten worden.
Een nieuw mechanisme dat nu wordt geïntroduceerd, is het draaien van de queestekaarten. Wanneer een heldenpion op een rotatieveld komt te staan, mag elke speler de kaart draaien zoals gewenst. Door de kaart te draaien, kunnen nieuwe doorgangen worden gecreëerd. De heldenpionnen blijven tijdens het draaien op hun plaats.
Bij een avontuur met acht kaarten zie je nu bij elke tegel een rode zijde. Stel alle kaarten op in een vierkant, en zorg ervoor dat de pictogrammen in de hoeken op elkaar aansluiten. Ook hier geeft de banner aan welke heldenpionnen gebruikt moeten worden.
Een nieuw mechanisme in deze fase is het schuiven van queestekaarten. Wanneer een heldenpion op een verschuifveld staat, mag elke speler de kaart naar een aangrenzend leeg veld schuiven (zonder de kaart te draaien), binnen het oorspronkelijke 3×3-vierkant van de kaarten (schuifpuzzel). Door te schuiven sluiten de uiteinden van de gangen aan en vormen ze nieuwe doorgangen.
Je voltooit een queeste door alle obstakels te overwinnen, zodat de heldenpionnen hun uitgangsveld(en) kunnen bereiken.
Een avontuur voltooi je door alle 5 of 9 queesten af te handelen.
Je kunt het spel aanpassen hoe je wil communiceren. Standaard probeer je het avontuur af te werken zonder te communiceren. Je kunt er echter ook voor kiezen om vrij te communiceren (beginnersmodus). In de gevorderde modus probeer je zo weinig mogelijk te communiceren.
In de expertmodus zijn de enige toegestane vormen van communicatie:
- Staren
- Wijzen met je vinger naar de hulptegel, specifiek naar de actie die je wil dat de speler uitvoert.
Alle andere vormen van communicatie zijn verboden.
Materialen
Het spel bestaat uit een heleboel queestekaarten, waaronder 3 trainingskaarten die stap voor stap uitleggen hoe je het spel speelt. De kaarten zijn kleurrijk, spreken tot de verbeelding en zijn vrij groot. Er zijn 4 oriëntatietegels van stevig karton, evenals 2 hulptegels die je als player aid kunt gebruiken. Verder zijn er 5 houten heldenpionnen, elk in de bijbehorende kleur en voorzien van hun logo.
Conclusie / Onze mening
Magic Maze Tower is een uitdagend puzzelspel waarin je goed moet samenwerken als je in een groep speelt – en dat zonder communicatie. Het doel is om je helden naar de uitgang te leiden en de vele obstakels te omzeilen. Elke heldenpion heeft bovendien unieke karaktereigenschappen waarmee je rekening moet houden. De trainingskaarten zijn een uitstekende manier om spelers te introduceren aan de verschillende spelelementen.
Magic Maze Tower spelen we op een rustige avond, en eerlijk gezegd misschien nog het liefste alleen of maximum met twee. Het biedt voor kinderen een leuke uitdaging om zelf de oplossing te vinden, want volwassenen zullen anders veel downtime kennen, vooral in de eerste avonturen.
In totaal zijn er vijftien avonturen, die oplopen in moeilijkheidsgraad. Weet je de oplossing niet en wil je toch doorgaan? Dan kun je de QR-code van het avontuur scannen en de oplossingen bekijken. Speel je het spel alleen? Dan biedt het een rustige, maar uitdagende ervaring.
Overzicht
Speelduur | 30 minuten |
Aantal Spelers | Eén tot vier spelers |
Moeilijkheidsgraad | De moeilijkheidsgraad bouwt zich op tijdens het spel |
Voor wie? | Vanaf 9 jaar |
Wij danken Sit Down Games voor het ontvangen van een reviewexemplaar.
Onze mening is subjectief en op geen enkele wijze beïnvloed.