Doel van het spel
Jouw team moet als enige overblijven door de anderen uit te schakelen.
Setup
Het plastic platform wordt in de doos geplaatst. De eliminator wordt zo geplaatst dat die onder de middelste tegel staat. Alle tegels worden op het plastic platform geplaatst, met de vlagtegel in het midden. De eerste keer wordt aangeraden om enkele tegels uit het gebied te nemen, zoals afgebeeld in het regelboek. Je kan ook zelf bepalen of je met een andere setup speelt, of met alle tegels.
Iedere speler kiest een kleur en pakt de tien kaarten en de 22 krijgers. De kaarten worden geschud en bij de spelers geplaatst. Er worden er vier getrokken en deze worden in de hand gehouden. Elke speler krijgt zet één krijger op elke tegel van het bord. De jongste speler mag beginnen.
Spelverloop
Elke speler kiest een kaart. Hierop staat afgebeeld hoeveel krijgers een aantal stappen mogen zetten. Zowel het aantal krijgers als het aantal stappen is hierop afgebeeld. Je kan ervoor kiezen om minder krijgers te laten bewegen, of om je krijgers minder stappen te laten zetten, of een combinatie van beide.
Op sommige kaarten staan ook extra acties afgebeeld. Die extra actie wordt uitgevoerd na de verplaatsing. Die extra actie kan het verplaatsen van de eliminator zijn, een battle royale starten, of een explosie. Daarna wordt er een kaart bijgetrokken zodat je weer vier kaarten in je hand hebt.
Bij het verplaatsen moeten er wel enkele regels gevolgd worden. Je moet de krijgers orthogonaal één voor één bewegen en niet tweemaal dezelfde in een beurt. Krijgers mogen niet over gaten springen en mogen niet meerdere keren over dezelfde tegel bewegen.
Er is een maximumaantal krijgers per tegel. In een spel met twee of drie zijn dit vijf krijgers, in een spel met vier spelers zijn dit er zes. Als een krijger op een 'volle' tegel eindigt, moet de actieve speler een andere krijger van die tegel duwen, in dezelfde richting. Als een krijger in een gat zou terechtkomen, dan gaat die naar de oorlogsbuit van de actieve speler.
Na de beweegfase is het tijd voor de doemfase. De doemdobbelsteen wordt gegooid en die heeft drie uitkomsten:
- Battle Royale: voor elke tegel behalve de vlagtegel wordt bepaald welke speler het gevecht wint. Als er evenveel krijgers op een tegel staan van verschillende spelers, gebeurt er niets. In het andere geval wint de speler die de meeste krijgers heeft. Die neemt dan één krijger van de verliezer bij hem als oorlogsbuit. Het kan zijn dat er meerdere winnaars zijn, in dat geval verliezen de verliezers één krijger. Een speler kan maximaal één krijger verliezen, in het geval dat de winnaars een gelijkstand hebben, gaat de krijger van de verliezer naar de actieve speler. Als die niet de winnaar is, gaat de krijger naar de speler die als volgende aan beurt is.
- Je kan de eliminator verplaatsen, ook diagonaal.
- In het geval van een explosie wordt er op de eliminator geduwd. De gelanceerde tegel wordt dan van het bord genomen, krijgers die in de doos vallen of naast het bord zijn uitgeschakeld en horen bij niemands oorlogsbuit. Krijgers die op een andere tegel zijn beland, worden rechtop gezet. In het geval dat er een explosie wordt gedobbeld, en de eliminator bevindt zich onder een gat of de vlagtegel, moet de eliminator verplaatst worden - in plaats van de explosie.
Elke tegel die niet meer orthogonaal verbonden is met de vlagtegel, wordt uit het spel verwijderd, alsook de krijgers die op deze tegels staan.
Op de Doemdobbelsteen staat er ook een vraagteken, dan mag de actieve speler kiezen welke actie uitgevoerd wordt.
Het spel eindigt wanneer er nog maar één speler over is, of wanneer enkel de vlagtegel nog in het spel is. In dat laatste geval wint de speler die de meeste krijgers heeft. In het geval van een gelijkspel wint de speler met de grootste oorlogsbuit.
Talent- en speciale actiekaarten
Naast het basisspel kunnen er ook extra kaarten gebruikt worden.
Als je de talentkaarten wil gebruiken, worden die alle acht geschud en worden er een aantal getrokken gelijk, eentje meer dan het aantal spelers. De speler rechts van de startspeler mag beginnen door een talentkaart te kiezen en dat gaat zo verder in tegenwijzerzin tot wanneer iedereen een kaart heeft.
Wil je gebruik maken van de speciale actiekaarten, dan worden deze zeven geschud en worden er drie van open gelegd op tafel. Iedereen mag tijdens zijn/haar beurt één van de speciale acties uitvoeren. Hiervoor moet je steeds een aantal krijgers opofferen.
Tweespelerspel
Tijdens de setup worden er twee krijgers van een ongebruikte kleur op alle negen middelste tegels geplaatst.
Niemand speelt met deze kleur en bewegen niet uit zichzelf, ze kunnen wel meedoen met Battle Royales. Er worden echter geen Battle Royales uitgevoerd in de eerste drie beurten. Als de NPC een gevecht wint, dan wordt een krijger genomen van de speler die er nog het meeste heeft. In geval van gelijkstand wordt er één genomen van de actieve speler. Als een speler en een NPC winnen, krijgt de andere speler de krijger van de verliezer.
Na iedere beurt wordt nog eens met de dobbelsteen geworpen. Als het explosieteken het resultaat is, wordt deze uitgevoerd.
Materialen
De gebruikte materialen zijn kartonnen tegels en plastic figuurtjes en een heus plastic frame dat in de doos wordt geplaatst, en dat het eiland voorstelt. Hierbij komt ook nog het element van de eliminator, een soort plastic vervormd pistool.
Conclusie
Battle Royale Last One Standing lijkt op het eerste zicht wat een kinderspelletje waar je gewoon wat figuurtjes kan bewegen. Toch zal je tegen het einde, en liefst het midden van het spel, al wat tactischer moeten werken om krijgers van andere spelers in gaten of van het eiland te duwen, de eliminator zo plaatsen dat grote delen van het eiland ten onder gaan, of dat je je sterk zet op tegels om de Battle Royale te winnen. Dat, en een portie geluk, zal je nodig hebben om de Last One Standing te zijn!
Overzicht
Speelduur | 30 minutne |
Aantal Spelers | Twee tot vier |
Moeilijkheidsgraad | Gemakkelijk |
Voor wie? | De vermelding is +8, en dat is correct |
Wij danken Identity Games voor het ontvangen van een reviewexemplaar.