Doel van het spel
De meeste punten verdienen door de landschappen zo efficiënt mogelijk te plaatsen, in functie van te behalen doelen.
Setup
Elke speler ontvangt een kaartblad. Alle spelers kiezen ofwel voor de A-kant, of de B-kant. Iedere speler krijgt schrijf -of kleurmateriaal. De spelers noteren hun naam, eventueel titel en tekenen een familiewapen.
De vier bevelkaarten worden open, naast elkaar gelegd in alfabetische volgorde. De scorekaarten worden per soort geschud. Van elke stapel wordt er één getrokken en willekeurig onder één van de bevelkaarten geplaatst. De scorekaarten die overschieten, die gaan terug in de doos. De vier seizoenskaarten vormen een open stapel (van vier kaarten) en worden op volgorde van de seizoenen geplaatst - lente, zomer, herfst, winter - met de lentekaart bovenaan.
De vier hinderlaagkaarten worden geschud en vormen een gedekte stapel. Eén van deze kaarten wordt getrokken en bij de stapel verkenningskaarten gevoegd. Die stapel wordt nu geschud. De verkenningsstapel wordt naast de seizoenskaarten geplaatst.
Spelverloop
Het spel wordt gespeeld over vier ronden - de vier seizoenen - en alle spelers gaan tegelijkertijd aan de slag, er is dus geen spelersvolgorde. Elke ronde bestaat uit een variabel aantal beurten, die steeds hetzelfde stramien volgen. Allereerst is er de verkenningsfase, daarna de tekenfase en we ronden af met de controlefase.
In de verkenningsfase wordt er een kaart van de verkenningsstapel getrokken. Deze wordt dan open in het midden van de tafel geplaatst. De nieuwe kaarten worden in deze fase verticaal op elkaar gelegd, op zo'n manier dat enkel het bovenste icoon zichtbaar is. Trek je in deze fase een ruïnekaart, dan trek je onmiddellijk een andere kaart en leg je die daarop. Trek je opnieuw een ruïnekaart, dan doe je hetzelfde.
In de tekenfase zal elke speler (één van ) de getoonde vorm(en) op zijn blaadje tekenen, met (één van) de getoonde terreinsoort(en). Deze tetrominos mogen geen vakjes overlappen die al ingevuld zijn - op het blaadje zijn er velden die al ingevuld zijn zoals bergen en niemandsland. Je mag de vorm tekenen waar je wil, hij hoeft nergens aan te grenzen en mag over een ruïnesymbool getekend worden. De vorm mag gedraaid worden. De terreinsoort moet duidelijk aangegeven zijn, je kan dit doen door te tekenen, maar evengoed door in te kleuren. Als een speler niet in staat is om een de vorm volgens de regels te plaatsen, dan moet hij een 1x1 vierkantje tekenen en invullen met een terrein naar keuze. Sommige afgebeelde vormen leveren een muntje op, als de speler die vorm kiest, vult die het volgende muntsymbool op het muntspoor in. Wanneer de vier velden rondom een bergvakje ingevuld zijn, mag je hetzelfde doen op het muntspoor.
Wanneer een kloofgebied wordt getrokken tekent elke speler een 1x1 vakje in een gebied dat afgebeeld staat.
Trekt de speler een ruïne, dan moeten de spelers hun volgende vorm tekenen over een ruïnevakje. Als dat niet meer kan, dan moet de speler een 1x1 vakje invullen met een terreinsoort naar keuze.
Trekken de spelers een hinderlaag, dan moeten de spelers hun blaadje doorgeven zoals aangegeven op de kaart. De speler die het blaadje ontvangt, tekent dan de desbetreffende vorm op het blad van de tegenspeler. Na het tekenen wordt het blaadje teruggegeven. Als de vorm niet kan getekend worden, kiest de speler een 1x1 vakje en vult die in met het hinderlaagsymbool. De hinderlaagkaart wordt dan uit het spel verwijderd en gaat terug in de doos. Als een hinderlaag na een ruïne wordt getrokken, wordt eerst de hinderlaag afgehandeld. De ruïne-effecten zullen van toepassing zijn op de volgende verkenningskaart.
In de controlefase gaan we bekijken of we overgaan naar het volgende seizoen. Wanneer de som van de verkenningskaarten gelijk is aan, of groter dan de waarde die linksbovenaan staat bij het seizoen, dan wordt het einde van het seizoen ingeluid. Als dat nog niet het geval is, gaan we over naar de volgende beurt.
Op het einde van een seizoen worden er punten gescoord. In de A,B, C en D vakjes worden punten gescoord als er doelen zijn volbracht. Die doelen zijn afhankelijk van de scorekaarten die getrokken worden in het begin van het spel. Voor een volledige uitleg van al deze kaarten verwijzen we graag naar het regelboek. In een volgende veld zie je een muntsymbool, hier noteer je je huidige stand op het muntenspoor. Als laatste veld zie je het hinderlaagsymbool. Elk leeg vakje, orthogonaal grenzend aan een vierkantje waar een hinderlaagsymbool is getekend, telt als één minpunt. Als eenzelfde vakje tweemaal aan deze eis voldoet, geldt het toch nog als één minpunt.
Als het huidige seizoen winter is, dan eindigt het spel. Als dat nog niet het geval is, wordt de huidige seizoenskaart afgelegd en komt het volgende seizoen bovenaan te liggen. Alle verkenningskaarten - met een eventuele hinderlaagkaart al tussen - wordt samengeschud met een nieuwe hinderlaagkaart. Deze vormen dan een nieuwe trekstapel.
Als het huidige seizoen winter was, is het spel voorbij. De punten van de voorbije seizoenen worden opgeteld, en wie het hoogste resultaat heeft, is de winnaar. In het geval van een gelijkstand wint de speler die de minste punten heeft verloren aan monsterterreinen. Als er nog een gelijkstand is, delen de spelers de overwinning.
Vaardigheden
Bij Cartographers zit er ook een mini-uitbreiding. Van de acht kaarten worden er willekeurig drie gekozen. Wil je een vaardigheid gebruiken, dan zal je daar munten voor moeten betalen - die je dan eerder behaalt hebt tijdens het spel. Je zal die dan doorstrepen om aan te tonen dat die munt weg is en niet meer meetelt.
Elke vaardigheid mag elke speler maximaal éénmaal uitvoeren per seizoen.
Solo
Je kan het spel ook solo aanvatten. Je speelt het spel dan met de normale regels, met uitzondering van de hinderlaagkaarten. Na het tellen van je score trek je nog een waarde af, die je vind op de scorekaarten en hiermee behaal je een totaal. Dit totaal moet je dan vergelijken met de waarden in een tabel om te weten hoe goed, of slecht, je het hebt gedaan.
Materialen
Het materiaal bestaat uit 100 blaadjes, of vellen kaart, als je dat liever hoort, die bedrukt zijn op voor- en achterkant. Hierdoor heb je een gebied met ofwel bergen, ofwel met een niemandsland. Bij het spel zitten er ook nog vier potloden, al kan je eender welk schrijfgerei uiteraard gebruiken. Daarnaast bestaat het spel uit een pak kaarten, allemaal van dezelfde standaardgrootte en standaardkwaliteit.
Conclusie / Onze mening
Cartographers is een spel dat zeer dicht aanleunt bij het solo-multiplayer- genre. De enige vorm van interactie is het 'pestgedeelte' waar je iets kan tekenen op iemands anders blaadje als er een hinderlaag getrokken wordt. In het meest extreme geval gebeurt dit gewoonweg niet, en in het andere extreem geval gebeurt dit viermaal tijdens het spel.
Wij zullen Cartographers bovenhalen als tussendoortje voor het zwaardere werk, of spelen met mensen die verdere stappen willen zetten in de bordspelwereld. Het is een ideaal spelletje, dat zeer eenvoudig is, en niet mis staat op een rustige avond.
Overzicht
Speelduur | Ongeveer een half uurtje |
Aantal Spelers | Tot hoeveel blaadjes je hebt of hoeveel keer je het kan kopiëren is de grens |
Moeilijkheidsgraad | Gemakkelijk |
Voor wie? | +10 is de vermelding, maar het kan zeker vanaf 8 |
Wij danken Intrafin voor het ontvangen van een reviewexemplaar.
Onze mening is subjectief en op geen enkele wijze beïnvloed.